Heeft Je Hond Medicatie Nodig

Door Suzanne Clothier
Vertaling door Jan Tholhuijsen

Toen ik een jonge trainer was, waren er geen gedragsdeskundige dierenartsen. Er waren geen psychotherapeutische medicijnen. Er waren natuurlijk wel kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen. Een anti-psychosemiddel was vaak het voorgeschreven medicijn. Maar specifieke medicijnen om tekort aan serotonine of dopamine aan te pakken? Anxiolytica om een hond door het vuurwerk van de 4e Juli(USA) of jaarwisseling te loodsen? Vergeet het maar.

Tegenwoordig hebben bazen een heleboel keuzes om honden te helpen die bevreesd, angstig, fobisch of dysfunctioneel zijn. De ene aanpak is natuurlijk effectiever dan de andere. Afhankelijk van de baas, de hond en de diagnose (of oordeel van een goed bedoelende maar misschien niet echt gekwalificeerde trainer), kunnen zij kiezen voor iets zo mild als een paar druppels Recue Remedy, essentiële oliëen, rustgevende DAP feromonen. Ook kunnen ze hun hond in een oude omslagdoek of t-shirt wikkelen of kruiden als medicijn aan het eten toevoegen. Eventueel overgaan op rigoureuze maatregelen zoals SSRI’s (selectieve serotonine heropnameremmer) benzodiazepinen (Valium, Xnax etc.) antipsychose en epilepsie medicijnen.

In een maatschappij die houdt van snel beter worden, is de vraag naar medicijnen ronduit duidelijk: geef mijn hond een pil en “maak hem beter”. Ik heb een aantal honden gekend, die hun bazen aan me lieten zien en die me verzekerden dat hun trainer had gezegd dat de hond medicijnen nodig had. Hij was “hyperactief” of had OCD (Obsessieve-Compulsieve Stoornis) of had nog andere interessante etiketten. Sommigen wilden treurig genoeg, een wonderpil die zou helpen om hun hond te laten worden, zoals ze wilden dat hij zou zijn: dapper, onbevreesd, prettig om mee in het openbaar te verschijnen, niet agressief, niet reagerend op prikkels.

Daaraan tegengesteld zijn er bazen die het totaal niet eens zijn met de opvatting dat hun hond zou kunnen profiteren van goed gekozen medicijnen of voedingssupplementen zoals Lactium. Deze bazen gaan volledig voor de “train ze” mentaliteit, die tot mijn verbazing zelfs leeft onder trainers die beter zouden moeten weten. Zij verzetten zich tegen medicijnen als “onnatuurlijk” of zeggen me dat ze bang zijn voor “bijwerkingen”. Ik wijs er dan rustig op dat het zeer hoge cortisolniveau van chronische gestreste/pijn lijdende dieren ook niet natuurlijk is en soms ook zeer vervelende bijwerkingen heeft.

Ik ga niet proberen iedere lezer te vertellen of zij wel of geen medicijnen voor hun hond moeten gebruiken, of kruiden of olie of supplementen of glittertjes onderhemden. Ik verwijs naar mijn Drie P’s. Een eenvoudige “bliksemsnelle” beoordeling die helpt te bepalen of ik de cliënt en hond verwijs naar een dierenarts (zo mogelijk een gedragsdeskundige dierenarts wanneer die beschikbaar is) voor mogelijke  therapeutische medicatie.

De 3 P’s zijn:

Provocatie
Proportie
Persistentie

Provocatie: Wat is een provocerende prikkel? Reageert de hond op een gewoon geluid, een normale gebeurtenis, een ongewone situatie, etc? Dit wordt afgezet tegen een inschatting van het normale niveau van opwinding van de hond. Het is te verwachten dat prikkels meer provocerend kunnen zijn voor een zeer opgewonden hond, vooral wanneer er angst in het spel is. Angst verhoogd de gevoeligheid.

Voorbeeld; Een angstige Duitse herder van zeven maanden wordt aangeduid als zijnde “bang voor alles”. Waarneming brengt aan het licht dat ze inderdaad zeer geluidsgevoelig is. Een leeg chipzakje wordt verfrommeld door de waarnemer op 1.80 m van de hond zonder dat de zak wordt dichtgedrukt of gericht is op de hond. De reactie van de hond is heftig. De chipzak is een milde provocerende prikkel.

Proportie: Is de reactie op de provocerende prikkel naar verhouding?

Ik werkte met een Golden Retriever die reageerde op een passerende schoolbus met zeer grote opwinding, met uitvallen naar en bijten in zijn riem en fel hoog blaffen. Het was onmogelijk om hem verbaal tot bedaren te brengen. Door het feit dat de schoolbus voor de hond een dagelijks terugkerende gebeurtenis was, leek het een relatief matige provocatie. Voor een hond die zelden of nooit een schoolbus ziet, kan een beetje blaffen een redelijke reactie zijn. Andere honden in de buurt vertoonden een dergelijke reactie, zoals die van de Golden, niet.

De jonge Duitse herder reageerde zeer fel op het verfrommelen van het chipzakje. Zij dook onmiddellijk weg van het geluid. Zo ver mogelijk weg als de lijn het toeliet, staart en oren strak weggetrokken, met haar hele lichaam samengedrukt en bibberend. Vijf andere honden van ongeveer dezelfde leeftijd waren ook in de kamer toen de chipzak verfrommeld werd. Zij spitsten alleen hun oren uit belangstelling en richten ze naar het geluid. De reactie van de herder stond in geen verhouding tot een bescheiden prikkel.

Persistentie: Hoe lang duurt de reactie?

Er is een regelmatig patroon te zien in reacties op prikkels. Er is een onmiddellijk reactie die snel zijn hoogtepunt bereikt. Vervolgens komt de vlakke fase waarin de prikkels onderzocht worden. Daarna de verzadigings – of oplossingsfase waarin het dier van de prikkel herstelt of er niet meer op reageert. Het is de duur die hier telt.

Voorbeeld: een hond ligt rustig op zijn deken in de keuken wanneer je per ongeluk een metalen bakpan op de tegelvloer laat vallen. Het geluid doet hem schrikken en hij springt op (hoogtepunt). Wanneer je bukt om de pan op te pakken, blijft de hond staan terwijl hij naar je kijkt en hij loopt niet verder van je weg en gaat ook niet liggen (vlakke fase). Na een paar minuten gaat hij weer liggen en begint weer op zijn bot te kauwen (verzadigings/ oplossingsfase).

De reacties van een hond worden aangestuurd door fysiologische veranderingen, wanneer diverse stresshormonen en neurotransmitters vrijkomen. Daarom is datgene wat telt: hoe lang het duurt voordat de hond herstelt van een prikkel die hem uitdaagt.

Voorbeeld: dezelfde hond in de keuken met de gevallen bakpan. De reactie van de hond op het vallen van de pan is dat hij de keuken uitloopt en zich verstopt in de badkamer. Hij blijft de daarop volgende 15 minuten bibberend zitten in de badkamer en komt daarna met tegenzin terug naar de keuken, overgehaald en omgekocht met een koekje dat hij niet op wil eten.

Wanneer het lang duurt voor een hond zich herstelt, kan dat erop wijzen dat de hond hulp nodig heeft. Hij is in een onevenwichtige toestand terecht gekomen, waar hij niet gemakkelijk uit kan komen. Terwijl we hulp zoeken voor een dier in fysieke nood, moeten we ons terdege realiseren dat een hond die er lang over doet om te herstellen, in emotionele nood verkeert.

Een belangrijke aanwijzing dat het normaal functioneren verstoord is, blijkt uit het feit dat het dier niet in staat is om zich snel te herstellen. Het komt voor dat hij niet wil eten, geen oefeningen wil doen of leren en het urineren of zich ontlasten uitstelt. Ook reageert hij dan niet normaal naar mensen of andere honden, rust of slaapt niet en speelt niet. Hoe groter de verstoring van het normaal functioneren is, hoe ernstiger de problemen voor de hond zijn.

Bij de Golden Retriever die hiervoor werd genoemd, duurde het gedrag twintig minuten nadat de schoolbus was gepasseerd. Gedurende die tijd was hij grotendeels niet aanspreekbaar door zijn baas, ondanks het feit dat hij goed getraind was en veel geconditioneerd gedrag vertoonde. Hij had geen belangstelling voor voedsel, zou tegen hindernissen aangelopen zijn, als die op zijn pad geplaatst waren (zoals een lichtgewicht tuinstoel) en hij weigerde te spelen of te communiceren met andere honden. De eigenaar kon hem alleen in bedwang houden door hem fysiek te beperken. Op andere tijden, wanneer hij niet geprikkeld werd door de bus, was hij een samenwerkende, bereidwillige en goed reagerende hond.

Er kan sprake zijn van een ongewone, overmatige reactie en/of extra lang voortduren van de reactie en/of niet in staat zijn tot zichzelf herstellend gedrag. Dit wijst op de mogelijke noodzaak om geschikte medicijnen te gebruiken om de hond te helpen ontsnappen aan een biochemische “kringloop”.

Een hond kan een niet in verhouding tot de prikkel staande reactie vertonen (misschien veroorzaakt door onervarenheid, opwinding, angst), maar de reactie niet lang volhouden. Een dergelijke situatie vraagt om het opdoen van nieuwe vaardigheden, tegengestelde conditionering en desensibilisering en meer. Dat alles ligt goed binnen het bereik van een bekwame trainer. Het voortduren van de reactie, tezamen met het laten zien van een niet in verhouding tot de prikkel staande reactie, zegt echter dat de hond medische hulp nodig heeft. In zo’n geval zal ik de baas doorverwijzen naar een dierenarts. Naar zijn eigen dierenarts als die samen wil werken met een gedragsdeskundige dierenarts of ik zend de baas rechtstreeks naar een gedragsdeskundige dierenarts.

Denk je dat jouw hond medicatie nodig heeft? Kijk naar de 3 P’s. Zij kunnen aantonen dat een hond behalve training, oefening, voeding en liefde, hulp nodig heeft.