Door Suzanne Clothier
Vertaling door Jan Tholhuijsen
Dit verhaal is ontleend aan een waar gebeurde geschiedenis; Harry T. is niet de werkelijke naam van de hond. Het leek me beter om de werkelijke namen van de mensen en van de hond niet te vermelden. “Harry” is er helemaal mee eens dat dit een nauwkeurige weergave is van zijn verhaal.
Ik vond haar rondzwervend door de straten. Dus weet ik niet hoe oud ze is of waar ze vandaan komt. Haar achtergrond is een mysterie, maar ze leek heel erg lief en op zoek te zijn naar iemand die van haar zou houden. Ik vroeg me af waarom niemand haar was op komen halen.
In de eerste paar maanden waren er nauwelijks problemen. Ik dacht dat ze volmaakt was. Terugkijkend zie ik wel enige tekenen van groeiende onrust, maar toentertijd leek het me niet belangrijk. Ik dacht dat het allemaal zo nieuw voor haar was en dat ze daarom extra lief en extra voorzichtig in haar relatie met mij was. Nu ben ik bang van haar. Haar agressief gedrag maakt onze relatie kapot en ik weet niet hoe ik het moet laten ophouden.
Er was een klein incident met de etensbak. Maar ik liet haar in duidelijke termen weten dat haar gedrag niet acceptabel was. Ik denk dat ze vrij slim is, omdat ik daarna met de etensbak alles mocht doen wat ik wilde of er nu wel of geen voedsel in zat. We hadden ook een “verschil van mening” over de bank en het bed. Het duurde even voordat zij begreep dat, wanneer ik aan het rusten was, zij me niet mocht storen. Zij vergeet het af en toe, maar dan ik schreeuw even naar haar en dan houdt ze op.
We wonen in een fijne, rustige buurt, wat erg prettig is. Ik denk niet dat ze het aan zou kunnen om in een stad te wonen. Ik heb in een stad gewoond en kan omgaan met alle drukte en mensen en loslopende honden, maar ik denk dat zij door het lint zou gaan. Hoe dan ook, ik ga iedere dag een flink eind met haar wandelen. Dat is een goede oefening voor ons allebei. Soms moet ik er eens uit om frisse lucht in te ademen en mijn hoofd leeg te maken.
Bij onze eerste wandeling had ik gemerkt dat ze erg gespannen was. Het is er sindsdien niet beter op geworden. Ze schijnt zich erg ongerust te maken. Wanneer een auto ons tegemoet komt, raakt ze in paniek en trekt ze me naar de kant van de weg. Daarbij maakt ze hoge schelle geluiden en panische bewegingen. Het beste wat ik in dat soort situaties voor haar kan doen is haar geruststellen en haar vertellen dat alles in orde is. Ik betwijfel echter of ze me hoort, omdat ze zo opgewonden is. Ze wordt wel een beetje rustiger, maar ze blijft schrikachtig.
Wanneer we iemand op straat ontmoeten gaat het helemaal mis. Zo is ze niet altijd geweest. Ik denk dat het begon op een ochtend toen we aan het wandelen waren en we die onbeschofte teenager tegenkwamen. Ik zag hem al van verre aankomen en schatte in dat hij ons waarschijnlijk lastig zou vallen. Toch besloot ik hem wanneer het mogelijk was te negeren. Toen we dichterbij kwamen hoorde ik hem vrij onbeleefde dingen zeggen. Zijn lichaamstaal was erg beledigend. Toen we probeerden hem te passeren versperde hij ons de weg. Meer wenste ik niet te nemen van die klungel. Ik stormde op hem af en begon als een gek tegen hem te schreeuwen en te gillen. Eerst schreeuwde hij terug, maar toen werd hij bang en rende weg. Ik denk dat hij merkte dat ik toch een beetje gemener was dan ik er uitzag.
Ik was erg trots op de manier waarop ik die vlegel behandeld had, tot het moment waarop ik omkeek en haar zag staan. Bevend als een riet, ogen groot van schrik. Ik liep naar haar toe en de arme schat dacht dat ik haar kwaad wilde doen. Zij liep jankend achteruit. Ik dacht dat ze over zichzelf heen zou plassen, zo bang was ze. Ik hurkte neer omdat ik dacht dat het haar gerust zou stellen. Maar om dat te bereiken had ik wel op de grond moeten gaan liggen en er volkomen ongevaarlijk uit moeten zien. Eerder zou ze niet naar me toe zijn gekomen. Dat was waarschijnlijk de eerste keer dat ik wenste dat ze mijn taal sprak. Dan zou ik haar kunnenn vertellen dat al mijn lawaai en geschreeuw niet voor haar bedoeld was. Dat ik de jongen alleen maar bang wilde maken en hem geen pijn wilde doen. Ik denk dat ze nooit zo’n gedrag van mij verwacht had.
Daarna ging het steeds slechter. Het leek wel alsof ze stapelgek werd. Het gebeurde weleens dat ik vreemden aan zag komen, voordat zij ze zag. Ik zei dan fluisterend iets tegen haar om haar te laten weten dat er iemand aankwam. Spoedig zag ze hen veel eerder dan ik ze zag. De eerste tekenen dat er een probleem aan zit te komen zijn: keihard aan de lijn trekken en grommen. Ik kijk dan op en zoek de straat af en inderdaad er komt iemand aan. Ik weet niet hoe ik dit moet oplossen. Dus ik schreeuw naar haar dat ze kalm moet blijven en dan roep ik naar de vreemdeling dat hij terug moet lopen en weg moet gaan, verdwijnen! Ik vraag hem “Zie je dan niet, dat zij over haar toeren is? Waarom kom je dichterbij ?” De hele tijd blijft ze echter hysterisch. Ik wil je wel zeggen: wanneer ze aan de lijn begint te trekken, is dat behoorlijk moeilijk.
Het werd snel erger. Eerst trok ze werkelijk heel hard aan de lijn en blafte en maakte een heleboel lawaai. Maar nu valt ze me aan! Ik begin te denken dat de enige manier om haar te laten ophouden, is haar pijn te doen, zodat ze naar mij luistert. Verleden week vertoonde ze een heel ander gedrag. We waren aan het wandelen toen er een hond naar ons toe kwam lopen. Ik had net genoeg tijd om te denken: “Daar gaan we weer …” en begon te schreeuwen naar de hond. Opeens sprong ze tegen me op en probeerde me tegen de grond te werken. Ik was zo verbaasd dat ik helemaal niet reageerde. Wat kon ik doen? Ze was duidelijk stapelgek geworden. Lichamelijk had ze me niet erg veel pijn gedaan, maar mijn gevoelens waren diep gekwetst.
Door dit nieuwe gedrag waarbij ze me tegen de grond duwt, begin ik er een gruwelijke hekel aan te krijgen om met haar te wandelen. Ofschoon ik erg van streek was (en ik geef toe, bang was) door wat ze deed, ben ik kalm gebleven en heb ik haar geen pijn gedaan. Ik had het natuurlijk kunnen doen, want ik ben veel sterker dan zij, maar het leek me niet juist. Per slot van rekening is ze alleen maar een hulpeloos schepsel. Toen ze me vanmorgen probeerde weg te duwen, worstelde ik een beetje met haar en ik schreeuwde hard. Ik bedreigde haar niet en deed haar geen pijn, maar mijn reactie liet haar voldoende schrikken om er mee op te houden.
Maar hoeveel denkt ze dat ik nog aan kan? En weet je waar ik werkelijk kapot van ben? Zij schijnt volledig verbijsterd te zijn door het feit dat ik niet veel tijd meer met haar wil doorbrengen. Zeg nou zelf, wie wil er nu samenleven met iemand die zonder enige reden tegen je opspringt? Snapt ze niet dat ze me pijn doet en me angst inboezemt wanneer ze zo doet?
Ik weet dat we twee verschillende talen spreken en dat ze slechts een beetje verstaat van datgene wat ik zeg. Maar dit verstoort werkelijk onze relatie. Wat moet ik met haar aan? Ik wil haar niet graag kwijt. De meeste tijd is ze een prettige, goede kameraad.
Voor meer informatie over hoe om te gaan met agressie van de aangelijnde hond, zie het artikel van Suzanne Clothier over dit onderwerp: Omgaan Met Agressie aan de Lijn