Over Gijzeling en Relaties

Door Suzanne Clothier
Vertaling door Jan Tholhuijsen

Hij zei dat hij van haar hield. Hij zei dat zijn relatie met haar belangrijker was, dan wat ook in zijn leven. Hij zei dat hij er plezier in had met haar te werken en nieuwe ideeën te delen. Vanzelfsprekend bleef ze hem voortdurend aankijken. Ze besteedde geen aandacht aan het publiek dat ademloos wachtte om het geheim van zo’n aanbidding, van zulke onverdeelde aandacht, te horen.

“Allereerst”, zei hij “ Laat ik haar nooit met iemand anders praten dan met mij. Wanneer ik naar mijn werk ga, sluit ik haar op in een kamer, wat tamelijk vervelend voor haar is. Wanneer ik thuis kom, is ze altijd erg blij om me te zien! Als ze iets wil doen moet ze, behalve naar het toilet gaan, het altijd samen met mij doen. Ik beheer haar voedsel, haar lichaamsbeweging en al haar activiteiten. Waar we ook naar toe gaan, ik sta er op dat ze altijd op mij let. Op die manier ben ik er zeker van dat ze totale aandacht voor me heeft. Ik laat niet toe dat ze vrienden heeft, omdat die haar zouden afleiden of haar energie zouden verbruiken, die ze nodig heeft om te werken. Omdat ik het enige sociale contact ben dat ze heeft, ben ik zeer belangrijk voor haar. Natuurlijk is ze veel liever bij mij dan bij iemand anders”.

Het publiek snakte niet naar adem. Zij protesteerden op geen enkele manier. Zij stonden niet op om hem te zeggen dat dit een ouderwetse, ten hemel schreiende behandeling was. Zij riepen niet dat dit niet het geheim was of kon zijn van een gezonde, gelukkige relatie. In plaats daarvan knikten ze en maakten aantekeningen. Zij dachten dat dit volkomen normaal was.

Was dit een soort sensationele talkshow genaamd: “Neem een Gijzelaar -Sleutel tot een Gelukkige Relatie”? Jammer genoeg was het niet Geraldo of Sally.* Dit was een hondentrainingscursus en “hij sprak over “haar” – zijn hond. ( En als ik zeg “hij” betekent dit niet dat deze houding alleen bij mannen voorkomt; zij komt eveneens voor bij vrouwelijke trainers). Wanneer dit een man was geweest die sprak over zijn vrouw, of een moeder die sprak over het opvoeden van haar kinderen, zou het publiek terecht geschokt zijn geweest. Maar het was nu eenmaal slechts een hond en dit waren technieken die beschouwd werden als hulpmiddelen om topprestaties te leveren.

Wanneer wij de theorieën achter deze methodiek bekijken, beschikken we slechts over enige schaarse notities. Ik was geschokt door de mening dat het nodig was een hond te isoleren om zijn bereidheid om met jou te werken te verbeteren. Daarbij vroeg ik me af, waarom deze opvatting niet alleen “succesvol” was (indien je bij het definiëren van succes een gezonde, normale relatie niet meetelt en alleen let op prestaties), maar me ook nog vaag bekend in de oren klonk. Het antwoord? “ Het Stockholm Syndroom”, een psychologisch verschijnsel genoemd naar een aantal mensen die in een bank in Stockholm gegijzeld werden. In dit syndroom ontwikkelden degenen die op een gewelddadige manier gegijzeld waren, verrassend positieve gevoelens voor degenen die hen gevangen genomen hadden.
Om het Stockholm Syndroom te begrijpen, moet je de gevolgen van zintuiglijke ontbering snappen. Stel je voor, dat je met geweld uit je dagelijks leven verwijderd wordt (het leven met zijn bekende omgeving, routines en sociale relaties) en op een onbekende plek neergezet wordt, waaruit je niet kunt ontsnappen. Je enige contacten heb je met degene die je gevangen genomen hebben en waarvan het gedrag onvoorspelbaar is. Dit wil zeggen dat je niet begrijpt waarom en wanneer ze iets voor je, met je, of tegen je zullen doen. Zij kunnen je voedsel en/of water onthouden, om de waarde ervan voor je te doen toenemen, om jouw steun te krijgen voor hun eisen. Je kunt in volledige stilte of duisternis achtergelaten worden en niets te doen hebben en nergens naar toe kunnen. Je kunt niet mogen praten of contact mogen hebben met andere gevangenen.

Het schijnt dat de meest waarschijnlijke (menselijke) reactie hierop woede is. Dit is inderdaad dikwijls het eerste antwoord op iedere gijzeling. Toch, zoals de gegijzelden in de bank in Stockholm lieten zien, nam de wil om te overleven snel de plaats in van vijandschap. Je hele wereld draait nu om degenen die je gevangen genomen hebben. Binnen de zintuiglijke leegte waarin je je nu bevindt, worden al hun stemmingen en handelingen door je opgenomen. Op hun wensen vooruitlopen, hen geruststellen, zijn de mogelijke sleutels om te overleven. Bovendien, omdat je verstoken bent van normale sociale relaties begin je degene die je gevangen genomen hebben met meer sympathie te bekijken. In de oorspronkelijke Zweedse situatie waren rechercheurs verbaasd om te horen dat de bevrijde gijzelaars clementie vroegen voor degenen die hen gevangen genomen hadden.

Voor ieder sociaal wezen (mensen, walvissen, gorilla’s, wolven, paarden, honden, chimpansees, dolfijnen) is sociaal isolement en een voor de zintuigen steriele omgeving, de snelste manier om een zenuwinstorting te krijgen en abnormaal gedrag te gaan vertonen. Binnen zoölogische gemeenschappen worden de grootste successen geboekt met dieren die in normale sociale groepen en relaties leven. Waarbij de omgeving zo gevarieerd en zo rijk mogelijk is als een dierentuin kan bieden. Succes wordt uitgedrukt in termen van geringe sterfte, goede gezondheid en normale ontwikkeling en opvoeding van het nageslacht.

In de paardenfokkerij worden hengsten vaak geïsoleerd van andere paarden en zijn vaak beruchte zenuwpezen die zichzelf verminkend gedrag en een hoog niveau van agressie vertonen. Ik heb gewerkt met hengsten die normaal contact met andere paarden mochten hebben, in groene weilanden mochten rondlopen en spelen en die zware trainingsschema’s kregen. Deze paarden waren intelligent, gezond en heel plezierig om mee te werken. Ik ben ook in een stal geweest waar elk paard neurotisch gedrag vertoonde. Deze arme dieren werden zo zorgvuldig afgeschermd, vanwege hun optreden in de showring, dat hun leven uit niets meer bestond dan gegijzeld worden in een mooi onderhouden cel.

Een overzicht van boeken en theorieën over ontwikkeling van kinderen laat zien, dat een belangrijke verklaring voor goed aangepaste, productieve en gezonde kinderen is, dat zij kennis mogen maken met een breed scala van mensen, relaties, omgevingen, activiteiten en ideeën. Het is moeilijk voor te stellen dat een verstandig persoon zou aanbevelen dat kinderen geïsoleerd moeten worden en zintuiglijk van alles verstoken, zodat zij beter op school zouden presteren of meer aan de wensen van hun ouders tegemoet zouden komen. Je hebt weinig fantasie nodig om het effect van zo’n afzondering op het gemiddelde kind te begrijpen.

Denk eens na over de opvatting dat honden nauwelijks of helemaal niet mogen spelen met andere honden of geen sociale contacten met hen mogen hebben. De redenering hierbij is, dat een hond die omgaat met een andere hond óf dominant óf onderdanig wordt. Bij het aanleren van normaal hondengedrag geloven deze trainers dat het zwakke ego van deze honden onherstelbare schade op zal lopen, wanneer ze zich moeten onderwerpen aan andere honden. Ook bestaat de mogelijkheid dat ze zeer dominant worden. In allebei de gevallen maakt het hun ongeschikt om succesvol te presteren. Is dit een zinvolle redenering? Wat gebeurt er met honden in een kennel, die gewoon met elkaar leven? Ik las een artikel waarin de auteur zorgvuldig uiteenzette hoe iedere nieuwe groep honden een sociale hiërarchie vormde en dat wanneer de groep helemaal veranderde, het proces opnieuw begon. Wat verrassend! Iedere keer wanneer jij (ook een sociaal wezen onderworpen aan structuren van macht en dominantie) een kamer met andere mensen binnenkomt, herhaalt zich hetzelfde proces. Na verloop van tijd word je je ervan bewust wie je bent, in welke groep je ook zit. De honden die ik ken met het meeste zelfvertrouwen, zijn honden die buitengewoon goed gesocialiseerd zijn en die met bijna alle situaties goed om kunnen gaan.

Er zit een heel klein beetje waarheid in de beweringen van de trainers, maar dan wel een heel klein beetje. Het is juist dat een ongeschikte speelkameraad de andere hond afschrikt (vooral een puppy) en soms een bedenkelijke en permanente indruk achterlaat. Er bestaat geen discussie over dat een hond die zeer dominant naar andere honden is, een andere hond onzeker kan maken. De dominante hond kan door gebrek aan ontzag of begrip of beiden niet voldoen aan het verwachtingspatroon van respectvol samenwerken met een mens. De werkelijkheid is dat een normale hond die op een juiste manier en grondig gesocialiseerd is, die de juiste manieren heeft ontwikkeld en die weet wanneer hij “het hoofd moet buigen” en wanneer hij zijn “hoofd hoog mag houden”, een hond is die zich niet gemakkelijk van de wijs laat brengen door vreemde ontmoetingen.

Waar deze trainers vooral bang voor zijn, is dat hun hond meer de voorkeur zal geven aan honden als speelkameraad dan aan de baas. Zij zullen je dat ook vertellen in niet mis te verstane bewoordingen. Ik vraag me af wat het je zegt, wanneer je hond liever speelt met een andere hond dan met jou werkt? Wanneer je partner er de voorkeur aan geeft zijn/haar weekend met een andere man/vrouw door te brengen, zou dat geen stille wenk zijn? Laat ons eens aannemen dat jij van dammen houdt en elk damtoernooi bijwoont dat in jouw stad gehouden wordt. Op een dag besluit je dat jouw kind/partner/vriend (maak een keuze) net zo veel van dammen moet houden als jij. Terwijl je zit, verrukt door het uitstekend aantal punten behaald met veelvuldige sprongen, ziet je gast door het raam een eekhoorn buiten in de boom.”Gossie”, zegt hij/zij terwijl ze opspringt van de stoel, “Ik wist niet dat er hier eekhoorns rondliepen”. En weg is ze om naar de boom te kijken, omdat ze dit leuker vinden dan naar het dammen te kijken. Het is dan wel duidelijk hè?

Het is heel goed mogelijk een relatie te hebben gebaseerd op wederzijds respect, vrij van alles dat in de verste verte maar lijkt op uitschakelen van gevoelens. En toch een hond te hebben die keihard voor je wil werken en wat nog belangrijker is, samen met jou wil werken. Aangezien ik er niet voor gekozen heb om gehoorzaamheid en behendigheid op het oefenveld te doen, zijn er enige lezers die ten onrechte titels gelijk stellen met vergaarde kennis, die zich afvragen waar ik deze wijsheid vandaan heb.

In de vele jaren van betrokkenheid met honden, zijn het de twee jaar werken met mijn hond als een Zoek- en Reddingsteam, die me het meest geleerd hebben over wat mogelijk is tussen een hond en een mens binnen een werkrelatie. Onze eerste officiële zoekopdracht was, anders dan op een plezierig, formeel oefenveld, op een dampend korenveld in het schijnsel van de maan, terwijl ik naar mijn los lopende hond keek die de hele tijd samen met mij werkte. Dat alles onder bizarre omstandigheden …. tot de zon opkwam.

Ik keek naar mijn zoek-partner, een jonge Duitse herder genaamd Chilkat, die met stokken speelde en “verdedigen” speelde met andere honden van het zoekteam, tot we klaar waren voor het onderzoek in de praktijk. Een rustig fluitje of hem roepen bracht hem onmiddellijk bij mij, klaar om te werken. Dat hield in: een geur onderscheidende oefening die twee uur kon duren in de stromende regen, in de vrieskou of brandende hitte. Ik liep door een park met zeven los lopende honden. Ik had een vriend vooruit gestuurd om zich te verbergen en zonder hem van de anderen te scheiden gaf ik Chilkat een formeel zoekcommando. Hij ging razend snel aan het werk en negeerde daarbij de pogingen van de puppy’s om het spel van enige ogenblikken geleden weer te hervatten.Wanneer zijn opdracht uitgevoerd was, keerde Chilkat altijd vrolijk terug om te spelen met de andere honden, terwijl hij zich nederig opstelde naar zijn ouders of een lastige pup waarschuwde dat er iets aan zijn manieren ontbrak.

Op werkelijke zoektochten heb ik gezworven over vreemde landbouwvelden midden in de nacht, terwijl ik keek naar mijn hond die andere honden, dieren van de boerderij en zelfs konijnen en herten die voor hem uit vluchtten, negeerde. Ik heb hem vier uur lang keihard zien werken op de top van een berg, na een klim van een uur naar het startpunt (terwijl hij een zwarte berin met haar jongen rustig voorbij liep). Zijn enige blunder in die werksituatie was zijn weigering om meer dan drie minuten te rusten, wat mijn vermoeide voeten bijna onvergeeflijk vonden.

Het idee dat ik me op een onnatuurlijke manier er van moet verzekeren dat mijn honden me ongelooflijk belangrijk vinden, stoort me. Wanneer ik ooit een relatie met een gezond wezen (mens, konijn, paard of een andere soort) aanging, waarbij ik mijn toekomstige vriend moest overtuigen, lokken, betalen of gijzelen, om me te verzekeren van zijn belangstelling, moest ik heel lang goed in de spiegel kijken.

In een situatie, waarbij ik te maken kreeg met ongezonde of onevenwichtige wezens, zoals erg zieke of emotioneel gestoorde dieren of mensen, heb ik inderdaad, als openingsbod voor mijn vriendschap, gebruik gemaakt van ongewoon voedsel, opwindende spelletjes en/of extra aandacht. En ik deed dat op die manier, in het volle besef, dat zoals ze er op dat moment aan toe waren een normale relatie niet mogelijk was. Dus koos ik ervoor met hen in contact te komen op een onevenwichtige manier. Maar ik weigerde hen niet normaal voedsel, niet de toegang tot zelfstandig spelen of speelkameraden of tot mijn aandacht. Doe je dat wel, dan is er geen sprake van relatie of vriendschap. Het kan een geschikte handeling zijn tussen twee organismen en een bron van stimulering, maar ik heb meer van honden nodig dan eenvoudige doorsnee antwoorden. Ik heb honden allereerst en vooral als vrienden en ik doe mijn uiterste best om hen als zodanig te behandelen. Ik slaag er vaak niet in om net zo’n royale en onverminderde vriend voor mijn honden te zijn dan zij voor mij zijn. Maar ik leer nog steeds bij.

De hond wordt gewoonlijk “de beste vriend van de mens” genoemd. Ik wenste dat honden konden praten, al was het alleen maar om van hen zelf te horen wat dat werkelijk voor hen betekent. Misschien dat, zoals de gijzelaars in Stockholm, sommige van onze honden zouden pleiten om clementie voor degene die hun gevangen houden.

* Geraldo Rivera is een journalist en gastheer van een talkshow; Sally is een figuur uit een Walt Disney film (vertaler)